Domineeshof
Impressie Elly Overberg (1949-2021) van Domineeshof met pastorie in Gelselaar in boek en in krant Tubantia.
Idyllische Domineeshof aan kronkelende Koningsbeek
Voor de druk bewandelde Beumerweg in Gelselaar, onderdeel van het klompenpad ‘Boereneschpad’, werken enkele vrijwilligers aan een informatiebord. Dat gaat hier verwijzen naar het verdwenen eiland Domineeshof, dat ooit aan de kronkelende Koningsbeek lag. Op initiatief van dezelfde vrijwilligers is er inmiddels al een comfortabele zitbank geplaatst.
Eind januari 2024 is aan de Beumerweg al een zitbank geplaats. Aan een informatiebord wordt gewerkt.
De nauw met Gelselaar verbonden schrijvers Krebbers (1852-1936) en Heuvel (1864-1926) beschouwden Domineeshof als een idyllische plek – zie beschrijving verderop in dit artikel. Over een herinnering hieraan werd al jaren gedacht, hoewel een nauwkeurig beeld van de voormalige pastorie op deze plek ontbrak. De ontdekking in 2023 van een eenvoudige tekening van de hand van de schrijvende meester Heuvel heeft hierin verandering gebracht. Aan de hand hiervan vervaardigt Hieke Meutstege nu voor het informatiebord een schets van de rond 1880 afgebroken pastorie, aangevuld met de nodige informatie en historisch kaartmateriaal.
Land van beken
Gelselaar is een land van beken en wordt omsloten door de Bolksbeek en de Schipbeek. Deze twee beken zijn ooit aan het einde van de middeleeuwen op initiatief van Deventer gegraven, in de strijd met de IJsselsteden Zwolle en Zutphen om handel met het Duitse en Nederlandse achterland te stimuleren. In dit gewoel is de Koningsbeek, de oorspronkelijke hoofdader in het stroomgebied van de Berkel, ten onder gegaan. Het water van de Berkel stroomde aanvankelijk niet naar Borculo af. Het liep langs de al in 1188 genoemde Wenninkmolen bij Neede, via de zeer oude bovenloop van de Bolksbeek en de Koningsbeek in Gelselaar, naar het Westerflier in Diepenheim.
De Koningsbeek, die op een paar honderd meter ten oosten van Gelselaar stroomde, gaf de omgeving enkele eeuwen glans. Water stroomde bij invloedrijke mensen door de grachten en liet molens draaien. Op een rij langs de Koningsbeek lagen achtereenvolgens de Scholte (met vroeger grachten, een poort en een watermolen), het spieker van Otto Wassol (waar weinig over bekend is), de eind 19e eeuw verdwenen pastorie op het eilandje Domineeshof en het adellijke huis Bevervoorde, ook wel havezate Mensinck of ’t Jonkeren genoemd.
Hof van Eden
Arend Heideman bracht eind vorige eeuw met een boekje over meester Krebbers Domineeshof en omgeving weer in beeld. Op zijn verzoek tekende de Gelselaarse kunstenares Elly Overberg een fraaie impressie van de voormalige pastorie. Krebbers zag in Domineeshof iets paradijselijks, een Hof van Eden. Ook meester Heuvel, die schoolhoofd is geweest in Gelselaar en hier begon te schrijven en te publiceren, was onder de indruk van Domineeshof en roemde ook de nabij de pastorie gelegen Bloemenslag aan de noordkant, waar in het voorjaar alles geel zag van de wilde sleutelbloemen.
In de eerste jaren na zijn vertrek uit Gelselaar –Heuvel werd benoemd in Borculo – liep hij hier minimaal een keer per jaar langs. Volgens een bericht in de Zutphensche Courant van 21 maart 1879 werd dat jaar de grond bij de pastorie verkocht en werd het fraaie huis toen afgebroken. Heuvel heeft het statige huis niet meer gezien, want hij kwam waarschijnlijk pas tien jaar later voor het eerst in Gelselaar. Mooi op zijn eenvoudige tekening zijn alle details van de indeling, maar ook van de klok op het dak, die er na een overval in de nacht van 17 op 18 april 1765 op is aangebracht. Ruim twee eeuwen later belandde die klok in gebouw De Klokslag, dat er ook naar is genoemd en nu bekend is als Dorpshoes.
Het deel hierbij van een kaart uit 1810-1811 biedt wellicht aanknopingspunten bij de beschrijving van Krebbers.
Statige pastorie tussen grauwe boerderijen
De in Gelselaar geboren streekschrijver Krebbers (één van de schrijvende meesters) bejubelde als eerste Domineeshof. Het lag op een paar honderd meter van het boerderijtje aan het begin van de buurt Veld waar hij was geboren en opgroeide. Bij gebrek aan papier schreef hij zijn eerste gedichten op een staldeur. Dankzij zijn gedichten kreeg hij via een door hem zeer geliefd onderwijzer en de hervormde predikant F.W.E. Snel, die destijds de oude pastorie bewoonde, op zijn achttiende alsnog de kans in Zutphen een onderwijzersopleiding te volgen.
De oude pastorie kwam volgens meester Krebbers ook prachtig uit tegen de grauwe boerderijen in de omgeving. Het volgende citaat geeft een mooie indruk van het geheel. “Statig en hoog stond ze daar met een grote bel op de nok, om in tijden van nood te worden geluid ter waarschuwing van de buren. Aan de zuidkant slingerden druivenboompjes hun takken hoog langs de muur. Ze prijkten in het voorjaar en de zomer met welig groen en in het najaar bovendien met grote trossen rode en witte druiven. Daar voor lag de grote vruchtbare tuin met bloemperken, perken met aardbeien en bessenboompjes, bomen met zeldzame soorten van fruit. In het midden was een vijver met goudvissen en daarachter een prieel, gevormd door de hoge, dichte beukenhaag, die aan drie zijden de tuin omsloot. Aan de noordzijde gaf een brug over de beek toegang. Een hoge poort, van boven met scherpe spijkers beslagen, diende om zo nodig, onwelkome gasten te weren.”
Via kaarten van Topotijdreis (zie onder) van 1925 en bijna een eeuw later is goed te zien hoe alles rond deze plek een enorme verandering heeft ondergaan tijdens de ruilverkaveling in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De restanten van het eilandje Domineeshof verdwenen toen de meanderende Koningsbeek in het landschap werd rechtgetrokken. De plaatselijke commissie van de ruilverkaveling wist hiervoor het waterschap van De Schipbeek te verleiden met het argument dat een kortere waterleiding veel goedkoper zou zijn aan onderhoud.
Kaarten van Topotijdreis van 1925 (boven) en bijna een eeuw later (onder).